De pers over Midzomer, stadsmoe:

‘Met de thema’s die hij aansnijdt – de effecten van globalisering op de leefbaarheid van de stad, de hypocrisie van obligate maatschappijkritiek – zit hij met een economische recessie in het verschiet heel dicht op de tijd.’ – De Groene Amsterdammer (Beste boeken van juni 2020)

‘In Midzomer, stadsmoe betoont Bernard Wesseling zich een schrijver die van vele markten thuis is. In de Amsterdamse scènes lijkt hij wel een repeteergeweer. De rake beelden vliegen je om de oren en meermaals barst je luidop in lachen uit. Eenmaal op Lesbos slaat de sfeer helemaal om en blijkt Wesseling ook meester in een veel beheerster toonkader.’ – Knack Focus

‘Midzomer, stadsmoe, Wesselings vierde boek, is een verhaal dat beklijft. Het is tegelijk grimmig, grappig en breekbaar.’ – Het Financiële Dagblad

‘Je waant jezelf direct fietsend in Amsterdam tijdens het lezen van deze beeldende roman.’ – Chicklit

‘Ik werd zelf weer helemaal verliefd’ – Annemieke Bosman, Opium Radio 4

‘(…) geweldige stijl en woordkeus’ – Jellie Brouwer, Kunststof Radio 1

 

Samenvatting:

‘Ik zie ze voor me met een zeldzame helderheid: sluimerende monolithische wezens, zwevend aan de oppervlakte. De kleine ogen onder in de machtige kop die zich sluiten. Vanboven komen een paar trage stralen zon door het water schijnen, ze weerkaatsen op hun wijde grijze flanken.’ Rochus Veldman is fietskoerier. Hij doorkruist de stad en overpeinst het lot van zijn oudste vriend, die als vermist is opgegeven. Straten en cafés roepen zijn aanwezigheid op en vaak denkt hij hem te zien. Maar de pogingen tot herinneren lijken zijn desintegratie te bespoedigen, en hij trekt zich in zijn vrije tijd terug op zijn verdieping. Rochus’ onmacht om aan het leven deel te nemen wordt doorbroken door zijn ontmoeting met Alma. Zij voert hem mee naar Lesbos, waar hij wordt uitgedaagd de activist te worden die zijn vriend naliet te zijn.’